De Tweede Kamer is akkoord met de wet betaalbare huur van demissionair minister Hugo de Jonge van Binnenlandse Zaken. Wat verandert er als ook de Eerste Kamer instemt? Het puntensysteem, dat nu al geldt voor sociale huurwoningen, gaat met deze wet van De Jonge ook gelden voor woningen in de vrije sector met een middenhuur. Beleggers en particuliere verhuurders benadrukken dat zij met invoering van deze wet weinig heil meer zien in nieuwbouw in het middensegment. Alle aandacht is nu gericht op de woningcorporaties.
De bouw van middenhuurwoningen is echt noodzakelijk. Het is voor onder andere verpleegkundigen, leerkrachten en politieagenten super lastig om een betaalbare woning te vinden in de Randstad. Als je (nog) niet kunt kopen en niet in aanmerking komt voor sociale huur val je tussen wal en schip.
Woningcorporaties kunnen en mogen al enige tijd weer middenhuurwoningen bouwen. In 2022 is in de Nationale Prestatieafspraken afgesproken dat tot 2030 er per jaar ruim circa 6.000 middenhuur woningen door woningcorporaties gebouwd gaan worden. Of dit doel wordt gehaald is nog maar de vraag. Corporaties hebben vele opgaven en beperkte financiële middelen.
Keuzes maken
Tot 2035 wordt er van corporaties verwacht dat zij 25.000 woningen per jaar bouwen. Ook zullen ze hun bestaande voorraad moeten renoveren en verduurzamen. Daarbovenop komt dan de bouw van 6.000 middenhuurwoningen per jaar. De financiële middelen van woningcorporaties zijn nu, en zeker op de wat langere termijn, onvoldoende om al deze opgaven in te vullen. Er zullen dus keuzes moeten worden gemaakt.
Wat op de korte termijn zou helpen is het afschaffen van de vennootschapsbelasting voor corporaties. Dit geeft hen direct meer financiële slagkracht om alle opgaven in te vullen. De verhuurderheffing is al afgeschaft, maar werd snel opgesoupeerd door de hogere rente en de gestegen bouwkosten.
Dit is een expertquote van Jan Willem Spijkman,
